Wie ziet het licht? (feb '18)

Het nieuwe jaar is alweer aardig op gang. Hoe zou het zijn met alle goede voornemens? Nog wakker,  of alweer in slaap gesust door de cadans van alledag? Een moment van reflectie, van bezinning. Een frisse blik. Dat kan gelukkig het hele jaar door. Vooruit, dwars, diagonaal of anderszins. Maar hopelijk toch vooral verlichtend.

Lees verder

 
We zitten in een overgangsjaar. Afgelopen decennia werd openbare verlichting voornamelijk bepaald door zogenaamde ‘harde’ wetenschap. De wijze van verlichten werd bepaald door enkele parameters, die houvast gaven. Verticale en horizontale verlichtingssterkte, luminantie, gelijkmatigheid. Termen die klip en klaar waren opgenomen in de richtlijnen. Zo sterk zelfs, dat ze door velen als norm werden gezien.

 

Het lijkt erop dat we deze tijd hebben gehad. Meer en meer worden ook andere, ‘zachtere’ aspecten naar voren gebracht die mede bepalen of, hoe en in welke mate er wordt verlicht op straat. Reflectie, lichtvervuiling, maar vooral ook termen als ‘bewust’ en ‘beleving’ doen bij het verlichten haar intrede.

 

Niet zelden ontstaat er een conflict. Enerzijds een categorie termen met eenduidige en te meten eenheden, die hard gemaakt kunnen worden. Anderzijds een categorie termen met wisselende connotaties. Met name de tweede categorie schept verwarring en onzekerheid, wat er toe leidt dat velen zoveel mogelijk teruggrijpen op de eerste categorie. Maar meer een meer zien we dat de tweede categorie aan terrein wint. Denk aan uitdrukkingen als anders kijken naar licht, adaptieve verlichting, (bewust) ervaren van licht, licht en beleving of Feel the Night.

 

Het zijn termen die intrede deden vanaf het moment dat ook de gebruiker van de openbare ruimte een positie kreeg bij de inrichting van de openbare ruimte. Het begrip (burger)participatie werd geïntroduceerd. Dit zonder te weten wie die burger nu eigenlijk is en wat we onder participatie verstaan. Om de burgers een positie te geven, diende de terminologie te worden aangepast. Met technische termen kom je immers niet ver bij het communiceren. Gezocht moest worden naar termen, die door de burgers ook konden worden begrepen. Woorden waar de toehoorders een beleving bij hebben.

 

Echter, als het om deze terminologie gaat én de positie van de burgers waar het om gaat, dan staan we nog maar aan de vooravond van deze ontwikkeling. Ondanks de participatieve samenleving die we met z’n allen voorstaan, is er nog weinig kennis en ervaring. Zeker in relatie tot de openbare verlichting. Wie ziet het licht het komende jaar?!

Lees minder

Vervreemding (nov '16)

 

De sector Openbare Verlichting in Nederland is goed voor:
• het verlichten van de openbare ruimte met circa 4 miljoen lichtpunten
• circa 400 miljoen euro aan kosten per jaar
• het verbruik van circa 1,5 % van de geproduceerde elektrische energie per jaar ofwel
• een elektrische energiegebruik van 600.000 tot 700.000 MWh/jaar (= elektrisch energiegebruik van 200.000 tot 230.000 huishoudens)

LEES VERDER

 

Met trots kan de sector zeggen dat zij goed georganiseerd is. Voortdurend worden er innovatieve producten en concepten ontwikkeld. Niet alleen om de kwaliteit te verhogen en meer veiligheid te realiseren, maar ook om de maatschappelijke neveneffecten die niet wenselijk zijn te minimaliseren. Als je dat afzet tegen andere marktsegmenten binnen de infrastructuur of binnen de scope van de overheden, dan stijgt Openbare Verlichting in mijn optiek ver boven de andere sectoren uit. En dat terwijl het een relatief kleine sector is.

 

Toch is iedereen op zoek naar kansen en mogelijkheden om het nóg beter te doen. Naast het anders en beter organiseren en het ontwikkelen van technieken en instrumenten, zijn in dit kader de beleving van de Openbare Verlichting en participatie van de gebruikers van de openbare ruimte belangrijke thema’s die steeds vaker aandacht krijgen.

 

Meer en meer wordt er op ingezet om, waar dat mogelijk is, de burgers erbij te betrekken. Zij hechten steeds minder waarde aan maatschappelijke instituties en aan de politiek. Ze willen rechtstreeks betrokken worden bij de inrichting van hun ‘eigen’ openbare ruimte. Zo kan de sector Openbare Verlichting een bijdrage leveren aan de betrokkenheid bij de eigen omgeving, aan verbondenheid, en meehelpen de toenemende afstand tot instituties te verkleinen.

 

Maar, hoe betrek je mensen die geen of weinig kennis hebben over het onderwerp bij Openbare Verlichting? De sector is zoekende. Verschillende voorbeelden tonen aan dat het op sommige wijzen en/of in sommige situaties al aardig lukt. Het zal zeker niet voor alle 4 miljoen lichtpunten gelden. Echter, daar waar de Openbare Verlichting de beleving en het welbevinden van mensen raakt en invloed heeft op de directe leefomgeving, daar ligt een prachtige uitdaging voor iedereen die bij het werkveld betrokken is!

LEES MINDER